Christelijk Gereformeerde Kerken schrijven kerkbrede poëziewedstrijd uit

De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) schrijven naast een kerkbreed convent ook een gedichtenwedstrijd uit. De winnaar (M/V) wordt op het convent van 20 april bekendgemaakt. ‘Wij lezen onze hele bijbel als poëzie, waarbij het gaat om inhoud en niet om vorm’, aldus een ambtsdrageres uit Zwolle, de bedenkster van de wedstrijd die verder anoniem wenst te blijven.

Benadrukt wordt dat alle uitingen van poëzie welkom zijn; een haiku, een lied, elfje, klankrijm, rapteksten. ‘Binnen een breed kerkverband waarin we elkaar in de vorm vrijlaten, past het niet om elkaar voor te schrijven wat de grenzen van het interpreteren van een begrip als ‘poëzie’ is. Dat zou hermeneutische beperkingen opleveren, en dat is ondenkbaar in ons kerkverband. Wat voor een individuele gelovige verstaan wordt onder poëzie is, ís poëzie’, benadrukt medeorganisator ds. W.C. Stronk uit Deventer. ‘Als predikant ben je een spoken word artist, en daarmee vaak onbegrepen. Deze wedstrijd draagt bij aan een beter verstaan van elkaar.’ 

Hierbij geeft hij zelf het goede voorbeeld door zijn inzending, een limerick, exclusief met deze website te delen:

Er was eens een paus uit Damwoude,

die z’n eigen beraad opbouwde.

‘Mijn kerk raakt verscheurd,

maar wees niet getreurd:

wij hebben de waarheid behouden.’ 

De winnaar (M/V) ontvangt de biografie van A. Mankes-Zernike. Inzendingen kunnen tot 19 april per post verzonden worden naar het Dienstenbureau van de CGK. De jury, bestaande uit predikantsvrouwen uit de breedte van het kerkverband, zal de top-5 op laten nemen in de eerstvolgende uitgave van De Wekker, het landelijke blad van de CGK.

Dit is een ingezonden pareltje. Ook inzenden? Mail naar [email protected]

6 reacties

  1. (Op de melodie van Psalm 98)

    Hoe treurig, zusters, broeders kwijnen,
    Gemeenschap brokkelt traag uiteen.
    Het orgel jankt, de preken dond’ren,
    De echt bekeerde blijft alleen.
    ‘t Geloof deed eens zo sterk verbinden,
    Zinkt weg in ’t donker van de nacht;
    Elk lied verliest zijn kracht en klanken,
    Een lege kerk die zachtjes lacht.

  2. De dominee, geroepen in ‘t weleer,
    Een ouderling, bekeerd, wat een bijzondere heer,
    Een diaken, zo netjes, hij past goed op de schat,
    Samen in de kerk, wat een prachtig plaatje is dat!

  3. Wij hebben sedert jaren geen predikant,
    noch man, noch vrouw, nog van enig andere aard.
    Het is beter te zijn vacant,
    dan te scheuren om wat er op den preekstoel staat.

  4. Je zou toch denken,
    Wat zou de Heer ons schenken.
    Mannen, vrouwen, en wat zo niet al,
    Allen ten dienste aan de God van ’t heelal.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *