Vrouw laat zich onnodig opereren, nadat per ongeluk voor haar wordt gebeden

“Mogen de handen van de chirurgen worden geleid tot behoud van het been van mevrouw Heerkens. Amen.” Zo eindigde een vurige voorbede voor de operatie van een lid van een anonieme Oud Gereformeerde Gemeente. Maar na het slotwoord ontstond er consternatie: met mevrouw Heerkens was niets aan de hand. Om zo’n prachtig gebed niet verloren te laten gaan, heeft zij besloten toch onder het mes te gaan. 

“De voorbede was een juweeltje,” vertelt de voorganger. “Stukje tale Kanaäns, gecombineerd met een verwijzing naar zowel á Brakel als Augustinus. Zoiets doe je niet elke week. En dat allemaal netjes binnen de vijfentwintig minuten.” Maar, zoals dus bleek, wel voor de verkeerde persoon. Mevrouw Lienze was toch het beoogde doelwit van de voorbede? Dat ziet de voorganger echter anders. ‘In het geloof gebeuren wonderlijke zaken. Ik bid zoiets toch niet voor niets, denk ik dan. Dat moet wel van buiten mij ingegeven worden. Misschien is er wel iets mis met het been van mevrouw Heerkens zonder dat ze het zelf weet. Dan kan ze nu in elk geval met een gerust hart worden geopereerd.”

Stukje tale Kanaäns, gecombineerd met een verwijzing naar zowel á Brakel als Augustinus. Zoiets doe je niet elke week.

Mevrouw Heerkens bevestigt desgevraagd dat zij niet wordt gedwongen onder het mes te gaan. “Integendeel,” zegt ze, “ik voelde me getrokken tot de scalpel na zulke vurige bedes. Vooral die verwijzing naar á Brakel was goed gevonden. Toen moest ik wel. Wie ben ik om het met de dominee oneens te zijn?” Schijnbaar onbezorgd heeft ze een operatie ingepland. “Nee hoor, ik vrees niets. En, zoals de catechismus leert, als er toch iets misgaat, kan dat worden gebruikt ten goede. Misschien word ik bij de eerstvolgende koningsspelen wel kampioen hinkelen.” 

De hele gemeente leeft vol verwachting toe naar de ingreep, hopend op een wonderlijk teken dat zal geschieden. De hele gemeente? Nee. Mevrouw Lienze wacht angstig af hoe het af zal lopen met haar beenoperatie.

Eén reactie

  1. Ooh broeders en medereizigers,
    Gij hebt mij grotelijks een lachen gemaakt.
    Doe zo voort opdat het u welga.

    Thans ga ik mij laven aan een kopje kostelijk bonenvocht, en mij ras verdiepen in de door u aangereikte schriftuur. Mocht het mij nog eens vrolijk stemmen.

    Dat de wijsheid tot het schrijven van deez’ zulke kostelijke traktaatjes u bijblijve en kon het zijn, vermeerdere tot stichting van allen die daar verre zijn.

    G.S.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *