Achter iemands rug om praten, dat doe je natuurlijk niet. Toch zijn er van die momenten dat je je oprecht zorgen maakt over een gemeentelid en dat eens met iemand wil bespreken. De persoon zelf aanspreken is wel een beetje eng. Misschien weet de wijkouderling raad?
Voor degenen die zich herkennen in dit dilemma, heeft de kerkenraad van de vervormde gemeente van Kletsienaveen een passende oplossing bedacht. Iedere maand organiseren ze een inloopspreekuur om van het hart niet langer een moordkuil te hoeven maken, het zogenaamde klaagzanguurtje.
Ouderling K.L. Majoor was zo vriendelijk de toedracht van het initiatief nader toe te lichten aan de redactie: “Op huisbezoeken krijgen we de laatste tijd wat onrustige signalen. Dat gaat dan ongeveer zo: ‘Bij fam. Peters dragen de jongedames geen hoed, organist De Wit speelt te snel, en die jongen met dat rode haar die altijd voorin zit, gaat ongetrouwd met zijn vriendin op vakantie. Dat kan toch zomaar niet? Doet de kerkenraad daar niets aan?’ Dat laatste raakte ons, en daar willen we nu concreet mee aan de slag.”
“Wat wilt u met deze situaties doen?”
“Om te beginnen willen we graag een luisterend oor bieden”, aldus Majoor. “Als een gemeentelid aanstoot neemt aan een ander, móéten we daar iets mee. Het kan niet zo zijn dat de onrust voortduurt. We hebben inmiddels een aantal gesprekken gevoerd met mensen die anderen met hun gedrag tot last zijn. Gelukkig levert dit meestal een vertrek op staande voet van deze onruststokers op. Zo houden we het ordelijk en stichtelijk in de gemeente van God.”
“Zou u als kerkenraad niet juist het onderlinge gesprek moeten stimuleren?”
Hoofdschuddend, “Dat zou buitengewoon kwalijk zijn. Begrijp me goed, het gaat hier om broeders en zusters die hiertoe veel schroom ervaren. Ze weten zich onbekwaam tot enig goed, laat staan tot het vermanen van medebroeder of -zuster. Een dergelijke geestelijke houding ontroert me nog regelmatig. Los daarvan, wij als kerkenraad kennen de situatie van de overtreders en kunnen daar met de nodige tact en voorzichtigheid veel beter op inspelen. Als ouderlingen en opzichters van de kudde, aan ons de edele taak om voor de kleintjes in de retorica de kastanjes uit het vuur te halen.”
Trouw aan de Schrift
De kerkenraad van Kletsienaveen is ervan overtuigd dat ze met deze handelwijze recht doet aan richtlijnen in de Bijbel. “We zijn allemaal lichaamsdelen van hetzelfde lichaam. Als iemand last heeft van een lid, zijn hand doet hem zogezegd struikelen, dan moeten wij die hand zonder pardon afhakken. Het kan nooit zo zijn dat er van iemand verlangt wordt om zijn broeder één op één terecht te wijzen als dit voor die persoon leidt tot nog meer ongemak.”
Of er in de kerkenraad ook mensen zijn die problemen hebben met dit initiatief? “Jazeker, maar juist op hen is deze werkwijze van toepassing. Wie niet voor ons is, is immers tegen ons!”