De GBS (Gereformeerde Bijbelstrichting) is in opdracht van de GGiN onlangs begonnen met het hertalen van sprookjes voor kinderen.
De GGiN zelf spreekt van een gegarandeerd succes. “Dit is nou eenmaal wat de kinderen van jongsafaan meekrijgen. De GGiN is een moderne kerk, dus het zou onzinnig zijn om dan plots een andere toon aan te slaan.” De ondertitel van de bundel wordt waarschijnlijk: ‘Tijdloos sedert 1637’.
De Kanaän Courant mocht dat wat al geschreven is als eerste inzien, en publiceert omwille van de transparantie in deze krant enkele fragmenten. De fragmenten in kwestie zijn hieronder zwart op wit gedrukt.
Rossigdeksel en de leeuw (tot voorheen ‘Roodkapje en de wolf’)
—7 Voorts kindeke, nader tot mijn aangezicht. En ze deed alzo en ze zaten neder. Daarop sprak Rossigdeksel de volgende woorden, zeggende: Och grootmoederlijk wezen, zijt gij het niet, waarvan men spreekt over het grote aangezicht aan u toebedeeld?
8 En het geschiedde dat, toen zij deze woorden sprak, de leeuw naderde tot haar kinnebak. Terstonds verslond de leeuw haar gansche bestaan.
De leeuw ten aarde besteld
9 En het geschiedde dat er in dezelven landstreek een man was genaamd Nimajneb. Hij was groot van gestalte en hij bewandelde de bossen en wouden.
10 En vandaar was hij heengetogen tegen de inwoner van de tent des grootmoeders. Als hij nu kwamen tot den hof des grootmoeders, dat een stilte heerste over de gansche streek.
11 Toen hij nu inkwam in de tent, trof hij aldaar de leeuw aan, slapende.
12 Bijwijlende greep hij de leeuw en bracht hem tot daarbuiten. En zie, hij begon te slaan den leeuw met vele slagen en hij stiette hem met builen.
13 Aldus gebeurde het te huize grootmoeders dat hij de leeuw fnuikte. Daarom heet tot op dezen dag deze plaats ‘Dawa-Deledogi’ (hetwelk is overgezet zijnde ‘daar waar de leeuw doodging’).
Goud!