Wilhelmina, King en andere producenten van pepermunt hebben kerken aangezet tot het negeren van de corona-adviezen om hun eigen omzetcijfers op te krikken. Dat meldt het journalistieke onderzoeksplatform Follow the Candy. Vanwege corona en het beperken van de kerkdiensten daalden de omzetcijfers van de pepermuntproducenten tot een dramatisch dieptepunt. Met cadeaus en een agressieve lobby hebben zij kerken verleid tot het opheffen van beperkingen omtrent de erediensten.
Vermoedens van een complot circuleerden al enige tijd. Niemand geloofde dat mensen van sommige reformatorische gemeenten uit zichzelf stom genoeg waren met z’n honderden te gaan kerken. Journalist R. Ollo van Follow the Candy kreeg lucht van vuil spel. “Een mintluchtje”, verduidelijkt hij. “Kerkbestuurders hebben normaal een koffie-adem die nog sterker is dan die van overwerkte leraren. Maar op Urk en in Krimpen… Alsof ik op een wolk van menthol dreef. Al snel vond ik dozen pepermunt in consistories, soms zelfs op de preekstoel.” De rollen pepermunt zijn onderdeel van een smeergeldregeling. Niet alleen krijgen kerken extra snoep, maar ook een deel van de verhoogde omzet, zo blijkt uit een gelekte memo.
Het collectief van Wilhelmina, King en de rest ontkent dat zij illegaal een wit voetje heeft gehaald bij gereformeerde gemeenten. “Wij doen niets om het coronabeleid te ondermijnen of om kerken te verleiden tot onverantwoordelijk gedrag”, laten zij weten in een gezamenlijke verklaring. Ollo is schamper over deze woorden. “De bewijzen voor kwalijke zaken zijn nog sterker dan toen ik ontdekte dat in wijnballen nul procent alcoholisch druivensap zat.”
Opvallend genoeg hebben veel gereformeerde gemeenten bekend met de pepermuntcoalitie in zee te zijn gegaan. In een korte schuldbelijdenis die onze redactie mocht inzien laten de gemeenten weten: “We hebben diepe spijt dat we de veiligheid van onze kudde onder valse voorwendselen in gevaar hebben gebracht. Maar we zijn genoeg gestraft: we hebben ook een levenslange voorraad Fresh Life Pepermunt gekregen. Die krengen zijn niet te kanen.”